korte terugblik
Het schrijven begon pas laat. Ik had er niet veel zin in.
De jaren van inktpotten en kroontjespennen, van vlekken en strafregels, had ik liever overgeslagen. Ook toen de bevrijdende bolpen kwam schreef ik nog steeds zo min mogelijk - een enkel gelegenheidsrijmwerkje daargelaten.
Opstellen kwamen terug met de aanmerking: "Te kort!" en: "Dit moet nog uitgewerkt worden."
De lessen Nederlands, op het gymnasium, gebruikte ik om onder de bank aan andere vakken te werken of een potje te schaken. De stemming, in die jaren, was mat en grensde aan wanhoop.
Als ik toen een goede vriend of vriendin had gehad was ik misschien nooit gaan schrijven. Schrijven is eenzaamheid.
Ik was zeventien toen ik voor het eerst iets persoonlijks op papier zette.
Het werk uit die tijd zou ik nu de titel geven :"Boze Blaadjes". Er is niets van bewaard gebleven.
Tussen 1977 en 1992 schreef ik een brievenboek, twee bundels verhalen, een roman en een kinderboek, alle uitgegeven bij de Bezige Bij, en in de ramsj verdwenen.
Daarna besloot ik om op te houden met het verrichten van nutteloze arbeid en mijn aandacht aan betere doelen te besteden.
Maar na een jaar van onthouding waarin veel timmerwerk gedaan werd, en waarin ook leuke jasjes en mooie truien tot stand kwamen en de ovenschotels beter werden, merkte ik dat ik het schrijven niet helemaal kon laten
Kort! zijn de stukjes. Dat wel.